Van interacties op sociale media tot wetenschappelijke simulaties, data ondersteunen bijna elk facet van ons leven. Met de groeiende verspreiding van digitale data zijn het efficiënte beheer, de opslag en de overdracht van informatie cruciale prioriteiten geworden voor zowel bedrijven als individuen. Een belangrijke techniek die deze uitdagingen aanpakt, is deltacodering.
Delta-codering is een methodische benadering van datamanagement die zich richt op de veranderingen of verschillen tussen opeenvolgende stukjes data in plaats van het geheel van de data zelf. Deze aanpak maakt efficiënter gebruik van opslagresources mogelijk en vergemakkelijkt snellere dataoverdracht via netwerken.
In dit artikel bekijken we het concept van delta-codering, hoe het werkt, de toepassingen en de voordelen en beperkingen die het biedt.
Wat is Delta-codering?
Delta-codering, ook wel deltacompressie of verschillende data genoemd, is een techniek voor het opslaan of verzenden van data. In plaats van de volledige dataset direct op te slaan, berekent en slaat het de verschillen tussen opeenvolgende datapunten op. De naam zelf weerspiegelt dit principe, omdat de Griekse letter delta (Δ) verandering aangeeft. Het hoofddoel van deze techniek is om de opslagruimte te optimaliseren en het bandbreedtegebruik te verminderen door alleen de verschillen (of delta's) tussen opeenvolgende datapunten vast te leggen en weer te geven.
Laten we, om dit concept te illustreren, een eenvoudige reeks cijfers overwegen: [10, 15, 20, 25]. Stel dat een systeem de sequence moet opslaan; in plaats van elk datapunt op te slaan zoals het is, zou delta-codering de veranderingen tussen elk nummer en zijn voorganger vastleggen en weergeven:
Het verschil tussen 15 en 10 is +5.
Het verschil tussen 20 en 15 is +5.
Het verschil tussen 25 en 20 is +5.
Daarom zouden we met delta-codering [10, +5, +5, +5] opslaan of verzenden. Deze weergave communiceert efficiënt de incrementele veranderingen binnen de reeks in plaats van redundant de gehele reeks getallen te verzenden.
Hoe werkt Delta-codering?
Delta-codering volgt een eenvoudig, driestappenproces om de verschillen tussen opeenvolgende datapunten vast te leggen en weer te geven:
Identificeer opeenvolgende datapunten
De eerste stap in deltacodering is het identificeren van de volgorde van datapunten die moeten worden gecodeerd. Deze datapunten kunnen alles vertegenwoordigen, van numerieke waarden in een dataset tot pixels in een beeld of frames in een video.
Bereken deltawaarden Zodra de datapunten zijn geïdentificeerd, berekent delta-codering het verschil (delta) tussen elk opeenvolgend paar datapunten. De wiskundige berekening voor de deltawaarde is:
Delta-waarde = huidig datapunt - vorig datapunt
Als het huidige datapunt bijvoorbeeld 25 is en het vorige datapunt 20, dan zou de deltawaarde +5 zijn. Dat wil zeggen, 25 - 20 = 5.
Deltawaarden opslaan of verzenden
Na het berekenen van de deltawaarden voor de volledige reeks datapunten, worden de resulterende deltawaarden opgeslagen of verzonden in plaats van de oorspronkelijke datapunten. Dit komt omdat de ontvanger al het vorige datapunt (20) heeft op basis van de transmissieorder. Door de deltawaarde (5) toe te voegen aan het vorige datapunt, kan de ontvanger het oorspronkelijke datapunt gemakkelijk reconstrueren (25 + 20 = 25). Deze aanpak vermindert de hoeveelheid data die moet worden opgeslagen of verzonden aanzienlijk, met name in scenario's waarin de veranderingen tussen datapunten relatief klein of incrementeel zijn.